Huurprijswijziging – bedrijfsruimte

Huurder en verhuurder bepalen aan het begin van de huurovereenkomst zelf de huurprijs. Als een (ver)huurder van een bedrijfsruimte gedurende de looptijd van de huurperiode de huurprijs wil aanpassen en de huurder/verhuurder gaat niet akkoord met het voorstel tot wijziging van de huurprijs, dan kan hij bij de rechter vorderen dat de huurprijs wordt aangepast.

Deze aanpassing kan alleen niet op elk moment tijdens de huurperiode gevorderd worden. Bij een huurovereenkomst voor bepaalde tijd kan dit alleen na de overeengekomen duur en in alle andere gevallen alleen steeds als 5 jaar is verstreken sinds de dag waarop de laatste wijziging is ingegaan of de dag waarop de rechter erover heeft beslist.

Voordat de zaak aan de rechter wordt voorgelegd moet gezamenlijk een deskundige worden aangewezen die een rapport opstelt over de huurwaarde.

Bij vaststelling van de juiste huurprijs moet de rechter onder meer kijken naar de hoogte van de huur van vergelijkbare panden in de omgeving. Een verhuurder kan eventueel in kort geding een voorschot op de huurverhoging eisen, vooruitlopend op de uitspraak in de (langer durende) procedure tot aanpassing van de huurprijs.

Huurprijswijziging – overige ruimten

Huurverhoging bij overige bedrijfsruimte, zoals kantoor – of opslagruimte, of een bioscoop, een schoonheidssalon of praktijkruimtes in Nederland niet gebonden aan wettelijke regels. Bij het opstellen van de huurovereenkomst komen de huurder en verhuurder een huurprijs overeen die periodiek verhoogt kan worden.

Omdat de huurverhoging bij overige bedrijfsruimte niet is vastgesteld zijn huurder en verhuurder vrij om afspraken te maken omtrent de huurverhoging. Vanzelfsprekend kan  ook afgesproken worden om de huurprijs voor een bepaalde periode niet aan te passen.

De rechter kan tijdens de huurperiode niet de overeengekomen huurprijs aanpassen. Vandaar dat het van belang is om voorafgaand aan de huurperiode de gemaakte afspraken omtrent de huurprijs en de huurprijsverhoging goed vast te leggen in de huurovereenkomst.

Huurprijswijziging – woonruimte

Het wijzigen van een huurprijs is in principe mogelijk. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen huurprijswijzigingen in de geliberaliseerde huursector en de sociale huursector. Bij een geliberaliseerd contract is bij aanvang van de huurovereenkomst een huurprijs hoger dan €710,68 afgesproken. Bij deze huurovereenkomsten gelden de volgende regels voor huurprijswijziging:

  • De huurprijs mag maar eens in de 12 maanden worden verhoogd. Het puntensysteem voor huurwoningen en de maximale huurprijzen zijn niet van toepassing. Vaak is een indexeringsclausule opgenomen in contracten, maar partijen bepalen in principe zelf wat ze qua jaarlijkse huurverhoging overeenkomen.
  • De verhuurder is niet verplicht om de huurder binnen een bepaalde termijn op de hoogte te brengen van de huurverhoging.
  • De verhuurder kan het huurcontract opzeggen, als de huurder een redelijk voorstel voor het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst weigert waarin een huurverhoging opgenomen is. Stemt de huurder niet schriftelijk in met de opzegging, dan kan alleen de rechter de huurovereenkomst beëindigen.

De huurder van een woning in de geliberaliseerde huursector kan binnen zes maanden na aanvang van de huurovereenkomst de huurcommissie verzoeken uitspraak te doen over de redelijkheid van de huurprijs. Indien het gaat om een huurovereenkomst van twee jaar of korter, kan de huurder ook het verzoek tot toetsing doen binnen zes maanden na het einde van de huurovereenkomst.

De huurovereenkomst in de sociale huursector kan ook een indexeringsclausule bevatten, waardoor de huurprijs jaarlijks kan worden verhoogd. De overheid stelt een maximum vast voor het percentage waarmee de huurprijs kan worden verhoogd.